1. Festival van de Kranen
  2. Andere wintergasten
  3. Bruine kiekendief (Circus aeruginosus)

Bruine kiekendief (Circus aeruginosus)

Het verenkleed van het mannetje is voornamelijk bruin, de bovenste delen zijn donkerder, de onderste delen hebben een meer roodachtige tint. De kop en de hals zijn suedekleurig met donkere stroken.

Bruine kiekendief (Circus aeruginosus)

Het verenkleed van het mannetje is voornamelijk bruin, de bovenste delen zijn donkerder, de onderste delen hebben een meer roodachtige tint. De kop en de hals zijn suedekleurig met donkere stroken. Heel kenmerkende vleugels met grijze secundaire veren die afsteken tegen de bruine secundaire dekveren en de zwarte primaire dekveren. Grijze staart.

Het vrouwtje heeft een chocoladebruin verenkleed maar haar kruin, hals en schouders hebben een blekere suedekleur. Bruine staart. Het jong heeft donkerdere veren met een chocoladebruine tint. De kop is bleker (maar niet zo bleek als de kop van het vrouwtje). Het verenkleed van de jonge dieren verandert meermaals alvorens de definitieve veren groeien.

Tijdens de voortplantingsperiode verblijft de vogel dichtbij verschillende binnenwateren en andere vochtige zones (moerassen, lagunes, regenplassen) met een dichte moerassige begroeiing zoals rietvelden, suikerrietplantages, grasland, etc. De kiekendief kan de winterperiode in deze zones doorbrengen maar over het algemeen zoekt hij geïrrigeerde velden (rijstvelden, stoppelvelden) en regenplassen op.