De kraanvogels in Extremadura
De kraanvogels in Extremadura
- Festival van de Kranen
- De kraanvogel
- De kraanvogel in Extremadura
De kraanvogels in Extremadura

Behoud
De kraanvogel staat geregistreerd in de Catálogo Regional de Especies Amenazadas de Extremadura1 (Decreet 37/2001) onder de categorie “van speciaal belang”, waardoor er ook een bijhorend “Verzorgingsplan”

Beschrijving van de soort
De kraanvogel is een grote vogel met een gestileerd silhouet, zeer lange nek en poten en een grijs verenkleed. Het volwassen dier heeft een zwarte kop, met een rode kale vlek op de kruin en een witte streep die vanaf de zone achter de ogen tot aan het bovenste gedeelte van de nek loopt.

De kraanvogels in Extremadura
De meeste Europese kraanvogels die tijdens de trek de westelijke route kiezen, overwinteren in Extremadura. De vogels komen niet alleen uit Duitsland, Zweden, Finland, Noorwegen en Estland maar ook uit de andere landen rond de Baltische Zee en zelfs uit de meest westelijke delen van Rusland

Fenologie van de kraanvogel in Extremadura
Het merendeel van de kraanvogels komt in de tweede helft van oktober aan en hun aantal stijgt langzaamaan tot de populatie tussen december en januari het hoogtepunt bereikt

Het winters gedrag van de kraanvogels
De kraanvogels houden er heel strikte gewoontes op na. Overdag verplaatsen ze zich naar de voederplaatsen en aan het eind van de dag vliegen ze weer terug naar de gemeenschappelijke slaapplaatsen waar zich duizenden vogels verzamelen.

Hun habitats in Extremadura
Deze vogelsoort wordt vaak geassocieerd met uitgestrekte weilanden met steeneiken aangezien de kraanvogel zich tijdens de wintermaanden hoofdzakelijk met eikels voedt.

Trekroutes en populatie
Las poblaciones de grulla común (Grus grus) utilizan dos rutas migratorias muy definidas a través de Europa.

Voeding
Hun voedingsgewoonten hangen nauw samen met het voedsel dat voor handen is in de habitat. In de weilanden eten ze voornamelijk de eikels van de steeneik, op de niet-geïrrigeerde graanvelden de zaadjes van tarwe, gerst of haver en op de geïrrigeerde stoppelvelden gaan ze op zoek naar de rijst- en maïszaadjes.